Sweeney Astray
Deze tekening vindt z’n oorsprong in een gedicht dat Seamus Heaney uit het Gaellic vertaalde (uit rond AD 700) en dat ik al jaren uit m’n hoofd ken. Gaat over king Sweeney, die dankzij een misdrijf vervloekt, gek verklaard en getransformeerd wordt in een vogel, ondertussen achtervolgd door vijandelijke troepen. Hij is gedwongen zijn toevlucht te nemen tot de bossen als zijn rustplaats. Hij zingt dan een loflied op de bomen van Ierland, waaronder:”the bushy leafy oaktree is highest in the wood / some forking shoots of Hazel hide sweet hazelnuts…..”
Wekenlang ben ik eiken gaan bestuderen, toen op zoek naar ‘n gek. Wat in godsnaam is een gek? Uiteindelijk kwam ik uit bij ‘n portret van Géricault, die in de achtiende eeuw mensen in het gekkenhuis schilderde. Voor de jacht op de vogel kwam ik een jonge taxidermiste op het spoor, die in een reptielenwinkel werkt hier in de buurt – waar overigens een monsterlijke albino python van 6 meter achter wat perspex en triplex een varken lag te verteren – die nog wel een buizerd in de freezer had liggen en die mocht ik lenen.
Volgens Heaney is niet alleen Sweeney de figuur van de ontheemde, schuldige kunstenaar, die verlichting zoekt door zich te uiten, maar kan je het epos ook zien als de strijd tussen de vrije creatieve verbeelding en de restricties van religieuze, politieke en huishoudelijke verplichtingen.
Deze tekeningen zijn 150 x 175 cm, dat werkt heel anders als dit plaatje op het scherm.
Afmeting: 150 x 175cm